Eestum en Eesterrecht

De Eestumerweg loopt van Ten Post naar Kröddeburen. De weg, die voor 1954 Bakkerstraat (in Ten Post) en Molenweg (in Kröddeburen) genoemd werd, kreeg in 1954 die naam, als verwijziging naar het Eestum waarnaar het Eesterrecht vernoemd werd. Naar verluidt is Eestum een oude wierde in de buurt van Kröddeburen. Er wordt ook gesteld dat Eestum gelegen was op de hoek van Stadsweg en Eestumerweg bij de Kromme Elleboog.

Op Wikipedia wordt gesteld dat het Eesterrecht vernoemd is naar Eestrum of Oostrum, een wierde die we nu kennen als Eenumerhoogte. Deze theorie lijkt gebaseerd op de drie artikelen die als bron zijn vermeld. Deze artikelen hebben veel met elkaar te maken. Het betreft:
- R. Alma, 'Oostrum in Eesterrecht', in: Gruoninga 44 (1999), pp. 184-201
- H. Feenstra, 'Eestrum, het Eesterrecht en de Spijkumerweg', in: Driemaandelijkse Bladen 52 (2000), pp. 59-72
- R. Alma, 'Oostrum en het Eesterrecht', in: Driemaandelijkse Bladen 53 (2001), pp. 123-128

Relief uit Kerk Eenum, waarop de naam Eestrum voorkomt
In die artikelen wordt de mogelijke afleiding van de naam van Eesterrecht van Eestrum of Oostrum, oude namen voor Eenumerhoogte, behandeld. De artikelen gaan ook in op de (bizarre) grenzen van dit rechtsgebied, die worden geschetst op basis van de opsommingen van boerderijen die onder het Eesterrecht vielen.
 Alma komt in het laatste artikel m.b.t. de naamafleiding tot de volgende conclusie:
"Uit de voornamelijk in Duitsland bewaarde originele bronnen waarin de oude naam van Eenumerhoogte voorkomt, blijkt ondubbelzinnig dat de juiste naam Oostrum en niet Eestrum moet luiden. Al in de zestiende eeuw is de naam echter in onbruik geraakt, waarna men een etymologische relatie met de naam van de rechtstoel Eesterrecht heeft gesuggereerd en de spelling Eestrum overheersend werd. Dat werpt opnieuw de vraag op naar de herkomst van het toponiem Eesterrecht, een vraag waarop we het antwoord nog schuldig moeten blijven."   Alma, 2001, blz 128.

De naam Eesterrecht is dus niet ontleend aan een oude naam voor Eenumerhoogte. Maar klopt de andere theorie wel?

Alma zegt daar nog over:
"Volgens Wobbe de Vries was Eestum een onbebouwde wierde nabij Ten Post, maar tegen deze hypothese pleiten verschillende argumenten." en hij verwijst naar Feenstra, 2000, blz 64.

Feenstra gaat daar als volgt op in:
"Kennelijk beriep Halbertsma zich op W. de Vries, die 'Eesterrecht' van een toponiem Eestum afleidde. Dit zou de naam zijn geweest van een bebouwde wierde nabij Ten Post." en verwijst naar
- H. Halbertsma: 'Terpen tussen Vlie en Eems'.1963
- W. de Vries: 'Groninger topographica'. zie onder.
Feenstra vraagt zich verder af welke van de drie onbebouwde wierden die nog in de negentiende eeuw op de zuidoever van de voormalige Fivel c.q. Delf/Damsterdiep dat zou zijn geweest. Het is hem onduidelijk.
Omdat het voor hem onduidelijk is welke van die drie Eestum zou kunnen zijn gaat hij er van uit dat de naamgever gezocht moet worden in het Zandster Eesterrecht. Vreemde conclusie, ook al omdat er a) ook op de noordoever van de Fivel wierden waren en b) ook wierden zijn geweest die nu volledig vergeten en verdwenen zijn.


In de ‘Groninger Encyclopedie’, deel I (A-M), Drukkerij-Uitgeverij Spiering, Groningen 1954, schrijft K. ter Laan:

't Eesterrecht de naam van twee rechtsgebieden, die geheel van elkaar gescheiden lagen, namelijk door de gerichten van Wirdum en Loppersum.1e. Het Poster Eesterrecht omvatte Ten Post, Garrelsweer en Wittewierum; het is misschien het oude gebied van 't klooster Bloemhof. Zo ja, dan zijn later de rechtdagen verplaatst naar Ten Post. Sedert plm. 1600 namelijk kwamen de beide Eesterrechten in het bezit van het geslacht Rengers van Ten Post, dat op Tuwinga zetelde.2e. 't Zandster Eesterrecht; dit lag ten Z.O. van het gericht van 't Zand, waartoe ook Enum, Zeerijp en Leermens behoorden. Misschien heeft het klooster Wittewierum het gebied van het Zandster Eesterrecht ingepolderd en de rechtspraak aan zich gehouden; kerkelijk behoorden de bewoners tot Enum, Zeerijp, Leermens en 't Zand.De naam is afkomstig van Eestum, een bebouwde wierde bij Ten Post. Daar werd oorspronkelijk de rechtdag van het Poster Eesterrecht gehouden. De rechtdag van 't Zandster Eesterrecht was afzonderlijk.

N.B. bij "Eestum" wordt in de encyclopedie alleen verwezen naar Eesterrecht.


In: Nomina Geographica Neerlandica X (1936) 140-141, is opgenomen:
Groninger topographica / W. de Vries

Dit is wat Wobbe de Vries vermeldt over Eestum; Eesterrecht:

   't Eesterrecht, dat bestond uit de niet aaneengrenzende gebieden Pòster (van Tenpost) en Zandster (van Het Zand) Eesterrecht, wordt besproken in Gron. Wb.  Dit haalt aan uit Frima, Het strafproces in de Ommelanden, dat de rechtdag van 't Poster Eesterrecht aanvanklik werd gehouden op Eestum. Eestum wordt er vermeld als bebouwde wierde nabij Tenpost (dat NO v. Tenboer ligt).
   Men leest in Warfsconstitutiën 188, anno 1596, het Eester Redgerrecht en tsolue Eester redgerrecht. Register Rijksarch. 1664, nr 63 (wel geen or.) geeft te lezen: wedmanschap op 't Zandt en van 't Eesterrecht. Ook noemt het de Eesters, die in 1462, nr 15, iets verklaren; in 't or. staat Eethster halve resschip. Rijksarch. 1479, nr 36, or., spreekt van Eetyster halve resschup. Men kon de naam dus niet van ees of eest afleiden. De wierde had destijds, onderstel ik, Etistum gespeld kunnen zijn; hierin meen ik te zien ouder *Etisthêm. Met behulp van 'n adj. zei men dan 'van het halve reedschap [ofri. rê(d)skip(i) ntr. 'rechtsgebied'] van Etist'; z. over de inkorting NGN VII 85 vv., en vgl. dan inzonderheid gron. Lopster naast Loppersom, ofri. Loppeshem. In etist zie ik de voortzetting van ouder *ütist (elke ü is in 't later Fries, reeds in de oudste fri. bronnen, e), 'n superlatief die mag worden aangenomen naast de comparatief *ütir, op welks voortzetting eter ik wees in Ts. ndl. taal- en ltk. 52, 25. Maar vast staat mijn opvatting niet, want ik kan niet zeggen waarom dit heem 'uiterst' heette.
Detail Beckeringkaart uit 1781






















Conclusie

De twijfels die in 2000 gerezen zijn m.b.t. de gangbare opvatting dat het Eesterrecht vernoemd is naar Eestum, een wierde in de buurt van Ten Post, door het artikel van Feenstra, zijn al in 2001 weerlegd door Alma. De Vries kan geen definitief uitsluitsel geven omdat hij niet zou weten waar dit  "uiterste heem" gelegen zou hebben. Maar zoals blijkt uit de Beckeringkaart was de plek waar Eestum volgens de straatnamencommissie uit 1954 en de daarbij betrokken historici gelegen was wel degelijk in een uithoek van het Eesterrecht gelegen, zeker als je rekening houdt met het feit dat het gebied ten zuiden van de rij wierden op de Fivel oeverwallen veel later in cultuur werd gebracht.

N.B.
Er is geen andere bron m.b.t. het bestaan van een plaats binnen het voormalige Eesterrecht met de naam Eestum, dan die in de op verschillende plaatsen herhaalde zin "Eesterrecht is vernoemd naar Eestum". Het kan dus ook zo zijn dat deze zin niet juist is. Dat het Eesterrecht niet vernoemd is naar een Eestum en dat er hier nooit een Eestum geweest is. Het is tenslotte ook veel aannemelijker dat de naam Eesterrecht zijn oorsprong vindt in Eetyster halve resschup, het afgelegen deel dat zijn naam geeft aan het geheel.



Vermeldingen van het Eesterrecht in de loop der tijd

Het Eesterrecht wordt voor het eerst in 1337 genoemd in een lijst van rechtstoelen in Fivelingo

In een artikel in het Nieuwsblad van het Noorden van 1-2-1936 over de Oud Ommelander Rechtsbedeeling van Mr. J. Frima wordt geciteerd uit een protocol van den redger Rembt Rengers die in het jaar 1616 de rechtststoel van het Zandster Eesterrecht bediende.

In een artikel van ene Laurentius in het Nieuwsblad van het Noorden van 3-11-1907 komt een oude opsomming voor.
In 1701 en 1723 wordt Eesterrecht als een woonplaats gezien, naast andere woonplaatsen waar de heer van Spijk Jonker en hovelink was.
We nemen aan dat het hier niet om het gehele Eesterrecht gaat, maar alleen om 't Zandster Eesterrecht.



In een boek "Tweeledige registers over de vyftig deelen van de Verzameling van placaaten, resolutien en andere authentyke stukken enz. betrekking hebbende tot de gewigtige gebeurtenissen, in de maand september MDCCLXXXVII alvoorens en vervolgens, in het gemeenebest der Vereenigde Nederlanden voorgevallen" uit 1794  (Delpher) vonden we het volgende:

Het Zander Eesterrecht bestond in 1787 dus naast de Rechtstoel van 't Zandt en dus was 't Zandt geen deel van het Zandster Eesterrecht.





In de Ommelander Courant van 22-11-1796 werd een lijst gepubliceerd met de namen van de rechters per rechtsgebied in de Ommelanden.

Het oorspronkelijke Eesterrecht wordt hier als twee afzonderlijke rechtsgebieden vermeldt.

Het grondgebied van het kerspel 't Zandt was verdeeld over drie verschillende rechtsgebieden.
Het Poster Eesterrecht hield ook een stukje van 't Zandt in, naast Ten Post, Wittewierum en Garrelsweer.

De naam Eesterrecht (zonder iets ervoor) wordt gebruikt voor het deel van het Eesterrecht bij 't Zandt, Leermens, Eenum en Zeerijp. Het andere deel wordt wel met een nadere aanduiding (Poster) benoemd.

In een advertentie in de Ommelander Courant van 4-2-1800 is sprake van een Wedman van het Eester-Recht.






Het Eesterrecht bestond kennelijk nog in 1800 en het maakt gebruik van een rechthuis in 't Zandt.

N.B. In het Rijksarchief is het archief van het gericht Eesterrecht opgenomen van 1610 tot 1803.